ADVERTENTIE
Fahrenheit is een manier om wat te meten?
Fahrenheit is een temperatuurschaal, bedacht door Gabriel Fahrenheit.
Volgens een artikel dat Fahrenheit zelf schreef in 1724, is zijn schaal gebaseerd op drie referentiepunten. Het nulpunt werd verkregen door de thermometer in een mengsel van ijs, water en ammoniumchloride (een zout) te plaatsen, dat een temperatuur heeft van −17,8 °C. Dit was in die tijd een veel gebruikte methode om een lage temperatuur te krijgen. Het tweede referentiepunt, 32 °F, vond hij door de thermometer in zuiver water te plaatsen waarop ijsvorming plaatsvond (het vriespunt van water). Een derde en laatste referentiepunt werd bepaald door de lichaamstemperatuur van een gezond persoon, gemeten in de mond of onder de oksel. Het temperatuurverschil tussen dit derde punt en het tweede punt is ongeveer twee keer zo groot als tussen het nulpunt en het tweede punt, dus ongeveer 64 °F. Hij stelde dit derde punt op 96 °F.
Op die manier bedroeg het verschil tussen het smeltpunt van ijs (32 °F) en de lichaamstemperatuur (96 °F) 64 graden, wat hem toeliet zijn schaal op zijn instrumenten aan te brengen door het interval zes keer in tweeën te delen. Water kookt op 212 °F.
Fahrenheit kwam met zijn schaalverdeling in 1724, eerder dus dan Anders Celsius, die in 1742 de temperatuurverdeling in graden Celsius definieerde.
De fahrenheitschaal wordt officieel (nog) in een vijftal landen gebruikt:
Bahama's, Belize, de Kaaimaneilanden, Palau en de Verenigde Staten.
Meer informatie:
nl.wikipedia.org
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE