Het Kasteel van Sedan (Frans: Château fort de Sedan), in het noorden van Frankrijk, is met een oppervlakte van 35.000m2 op zeven niveaus het grootste van Europa. Het is het enige overblijfsel van de voormalige fortificaties in en rond de stad. In 1870, na de nederlaag in de Frans-Duitse Oorlog, werden de meeste verdedigingswerken vernietigd, behalve deze burcht omringd door vier bastions.

Aan de oorsprong ligt een priorij van benedictijnen die vermeld werd in 1306. Vanaf 1424 bouwde Évrard II de La Marck-Arenberg een driehoekige versterkte burcht rond de priorij en kerk Saint-Martin. Verschillende van zijn afstammelingen zouden de burcht steeds meer verder blijven uitbouwen en moderniseren om artilleriebeschietingen te weerstaan.

Het kasteel was de verblijfplaats van de heren (later prinsen) van Sedan (die ook hertog van Bouillon waren) tot Hendrik van Bouillon in 1611 het Palais des Princes liet bouwen als nieuwe residentie. In 1650 werd het prinsdom Sedan aangehecht bij Frankrijk en kwam er een Franse gouverneur aan het hoofd van het prinsdom. In 1699 liet Vauban aanpassingswerken uitvoeren afgestemd op de nieuwere artillerie. De dikste muren zijn tot 27 meter breed.

In 1962 kocht de gemeente Sedan het kasteel aan voor een symbolische franc. Het kasteel kan worden bezocht en er is een hotel in gevestigd. Twee ronde torens gebouwd rond 1430 deden dienst als poort van het kasteel.

Meer informatie: nl.wikipedia.org