Aigues-Mortes (letterlijk: Dode Wateren) is een Franse gemeente in het departement Gard in het zuiden van Frankrijk.

De versterkte stad dateert uit de 13de eeuw. De Franse koning Lodewijk IX (Saint-Louis) liet de stad optrekken tussen 1246 en 1272 als uitvalsbasis voor de kruistochten. Aigues-Mortes lg toen nog direct aan de zee. Het alternatief was inschepen in de havenstad Marseille maar dat behoorde toen nog niet tot het Franse koninkrijk. In 1248 vertrok hier de Zevende Kruistocht naar Cyprus, een vloot van 1500 schepen met 35.000 mannen. In 1270 vertrok Lodewijk de Heilige hier voor de Achtste Kruistocht, ditmaal naar Tunis.

De stadsmuren zijn er tussen 1272 en 1310 omheen gebouwd. Ze zijn opgetrokken uit steen van Beaucaire en Les Baux-de-Provence en vormen een onregelmatige vierhoek met vijf stadspoorten met dubbele torens, vijf kleine poorten door een toren en vijf overige torens.

Na de inlijving van Provence bij Frankrijk in 1481 nam Marseille de strategische rol van Franse haven aan de Middellandse Zee over. De haven van Aigues-Mortes verzandde door aanslibbingen van de Rhône en intussen ligt de stad zeker vijf kilometer van de zee vandaan.

In de 18e eeuw raakte Aigues-Mortes in verval. Rond de stad liggen zoutpannen waar sout wordt gewonnen door verdamping van zeewater. Het wordt verkocht onder merken als Fleur de Le Saunier de Camargue et La Baleine.

Meer informatie: nl.wikipedia.org