Hoe heet deze oosterse vruchtensoort?
De longan (Dimocarpus longan) een minder bekend broertje of zusje van de lychee en ramboetan.
De ronde vruchten groeien in hangende trossen en hebben een diameter van 2,5-4 cm. De schil is dun, minder ruw dan die van de lychee en rijp geelbruin tot licht roodbruin van kleur. De zaadmantel is zacht, glazig, doorschijnend, grijsachtig en smaakt zoet en een beetje als mango, maar minder zoet dan de lychee. De zaadmantel omsluit een min of meer rond, glanzend donkerbruin zaad met een cirkelvormige witte plek aan de basis. Het uiterlijk van deze vrucht doet ietwat denken aan een drakenoog, waar de Chinese naam "longan" aan te danken is.
Het makkelijkste is om hem tussen je vingers open te knijpen en hem dan af te pellen. Tussen juni en augustus kun je van deze vrucht genieten in Thailand. Zeker in het noorden van Thailand, rond Chiang Mai.
De vruchten worden ook ingeblikt. In China laat men de zaadmantel vers of gedroogd in thee of water trekken. De zaden, die rijk zijn aan saponine, gebruikt men als shampoo. Het hout wordt gebruikt voor houtsnijwerk en het vervaardigen van meubels.
De longan komt van nature voor op hoogtes tussen de 150 en 450 m in Myanmar en Zuid-China. De plant is beter bestand tegen de koude dan de lychee en kan zelfs enige vorst weerstaan. Hij wordt op commerciële basis verbouwd in China, Vietnam en Thailand. Buiten Azië wordt de soort onder meer verbouwd in Queensland in Australië en in Florida en Hawaï in de Verenigde Staten.
Meer informatie:
nl.wikipedia.org
ADVERTENTIE