Cupuazú, soms geschreven als cupuaçu of cupuassu, is nauw verwant met cacao maar bevat geen cafeïne. Het is de vrucht van de Theobroma grandiflorum, een boom die van nature voorkomt in het Amazonebekken van Brazilië en Peru, waar de vruchten worden geoogst van zowel wilde als gekweekte bomen. Brazilië is veruit de grootste producent en de vrucht geldt als het nationale fruit van het land. Op kleinere schaal wordt cupuazú ook gekweekt in Colombia, Costa Rica, Ecuador en Venezuela.

Cupuazú staat bekend als de 'apotheek in een vrucht'. De vrucht is rijk aan antioxidanten en wordt al honderden jaren aangewend als geneesmiddel voor vele aandoeningen.

Ook in de keuken is cupuazú een veel gebruikt ingedriënt. De geur van het witte vruchtvlees wordt omschreven als een mix van chocolade en ananas. De pulp is rijk aan pectine en vitamine C en is dus heel geschikt om sap of gelei van te maken. Het sap smaakt naar een combinatie van peer, banaan, passievrucht en meloen. De pulp kan ook worden verwerkt in desserts, ijs en andere zoetigheden.

De zaden tenslotte worden gebruikt om een soort van cacao en cacaoboter van te maken. Chocolade gemaakt van cupuazú wordt cupulate genoemd.

Arazá is een eetbare bessensoort die van nature voorkomt in het Amazonewoud. Curuba, tacso of bananenpassievrucht is de nationale vrucht van Colombia. Het is de passievrucht van bepaalde soorten passiebloemen. Ginnan of ginkgonoten zijn de vruchten van de vrouwelijke Japanse notenboom.

Meer informatie: nl.wikipedia.org