De hoorn is een koperen blaasinstrument dat veel wordt gebruikt in professionele orkesten en bands. Zoals de trompet is ontstaan door kleppen en ventielen toe te voegen aan een klaroen, is de hoorn ontstaan door hetzelfde te doen met jacht-, koets- en signaalhoorn. Er zijn drie soorten concerthoorns waarvan de Duitse hoorn de meest gebruikte is. De anderen zijn de Franse hoorn en de Weense hoorn. In het Engels wordt (informeel) élke concerthoorn 'French horn' genoemd maar meestal gaat het dus om een Duitse hoorn.

Aan het einde van de 17de eeuw verwierven Franse bouwers een vooraanstaande positie in de vervaardiging van jachthoorns (dus zonder ventielen) en werden ze geprezen voor de creatie van de nu bekende, ronde vorm van het instrument. Begin 18de eeuw voegden Duitse bouwers hier krommingen aan toe die het mogelijk maakten hoorns in verschillende toonsoorten bespeelbaar te maken. De eerste hoorns met ventielen werden in 1818 gepatenteerd door de Duitse bouwers Heinrich Stölzel en Friedrich Blümel. De Fransen volgden rond 1839 met een concurrerend ontwerp.

Duitse hoorns hebben draaiventielen die met een hendel worden bediend. Drie ventielen regelen de luchtstroom in de enkele hoorn. De meer gebruikelijke dubbelhoorn heeft een vierde ventiel, meestal bediend door de duim.

Een mellofoon (ook stellahoorn of corhoorn) is afgeleid van de hoorn. Het werd rond 1920 ontwikkeld om beter te kunnen marcheren in showorkesten.

Meer informatie: nl.wikipedia.org