De hobo en varianten zoals de althobo (ook bekend als Engelse hoorn) worden tot de houtblazers gerekend. Vroeger werd de basis van de hobo van hout gemaakt, maar tegenwoordig wordt ook kunststof gebruikt. De huidige hobo is in de 17e eeuw in Frankrijk ontwikkeld uit de schalmei en de pommer. Het woord hobo is afkomstig van het Franse hautbois, dat 'hoog hout' betekent. Deze benaming komt enerzijds voort uit het vrij hoge en indringende geluid dat een hobo kan produceren in vergelijking met andere dubbelrietinstrumenten.

De hobo wordt met een dubbelriet aangeblazen. Het dubbelriet wordt gevormd door twee licht gebogen rietbladen, die met garen rond een metalen stiftje worden bijeengebonden. Het staafje wordt direct tussen de lippen genomen en door het aanblazen komen beide rietbladen in trilling. Zo ontstaat er een geluidsgolf.

Hoewel de hobo net als de fagot gebruikmaakt van een dubbelriet, is het instrument historisch gezien geen familielid van de fagot.

Meer informatie: nl.wikipedia.org