Je staat er niet bij stil als je een kop melk bij het ontbijt drinkt of het laagje melkschuim van je cappuccino naar binnen lepelt. Je drinkt de moedermelk van een ander zoogdier. Melk die de koe maakt voor haar kalf. Om die melk te gebruiken voor menselijke consumptie, halen de melkveehouders de kalveren na de geboorte bij hun moeder weg.

Voor het scheiden van koe en kalf bestaan geen wettelijke richtlijnen. Het is aan de boer om te bepalen wanneer hij dat doet. Sommige bioboeren laten het kalf een paar dagen bij de koe, reguliere melkveehouders scheiden hen gewoonlijk binnen de 24 uur na de geboorte.

In Nederland ontstond vorig jaar ophef over het scheiden van koe en kalf. Overtuigd dat dit het welzijn ten goede komt, dienden parlementsleden een motie in om kalveren na de geboorte langer bij de koe te houden. De motie werd niet aangenomen.

Er volgden heftige discussies. Boze boerinnen stapten naar de Tweede Kamer om duidelijk te maken dat melkveebedrijven wel degelijk over voldoende ‘kalverliefde’ beschikken. Het later scheiden van koe en kalf zou volgens hen wreed zijn.

Volgens Hans Hopster, senior onderzoeker dierenwelzijn, komt het langer samenhouden van koe en kalf het welzijn inderdaad niet ten goede. ‘Naarmate koe en kalf langer bij elkaar blijven, wordt de band hechter’, zegt hij in een interview met Wageningen University & Research. ‘Daarom kan er juist een welzijnsprobleem ontstaan als we kalf en koe na twee maanden gaan scheiden.’

Meer informatie: eostrace.be