De wasbeerhond is niet verwant aan de wasbeer. Het is een roofdier uit de familie der hondachtigen en wordt ook wel marterhond genoemd.

De wasbeerhond is een hondachtige met korte poten en een gedrongen lijf, ongeveer zo groot als een vos. Heel herkenbaar is de zwart-witte tekening op de brede kop en de bakkebaarden. De wasbeerhond heeft een beige-bruinachtige langharige vacht met zwarte vlekken op de rug en flanken. De staart is vol, eenkleurig donker en vertoont geen ringen (zoals die van de wasbeer).

Het oorspronkelijke verspreidingsgebied van de wasbeerhond is Oost-Azië. Hij komt voor van het uiterste zuidoosten van Siberië, Korea en Mantsjoerije, westwaarts tot Mongolië, zuidwaarts tot Vietnam en ook in Japan. In de jaren '30 zijn in Oost-Europa wasberen ontsnapt uit pelsdierfokkerijen en in de jaren '50 zijn ze expres uitgezet in West-Rusland en verwilderd, om te dienen als nieuw jachtdier. Sindsdien komt de wasbeerhond nu in het grootste gedeelte van Noord- en Oost-Europa en in West-Rusland (met uitzondering van het zuiden) voor en ook in Duitsland is hij snel aan het oprukken.

In de oostelijke helft van Nederland en in de Belgische gewesten Oost-Vlaanderen en Antwerpen zijn vanaf 1986 diverse vondsten en waarnemingen bekend. In Nederland is in 1981 is de eerste wasbeerhond gesignaleerd. De verwachting is dat de aantallen in Nederland zullen toenemen, maar of het om dieren die zich daadwerkelijk vestigen of om verdwaalde dieren gaat, moet nog uitgewezen worden.

Meer informatie: www.zoogdiervereniging.nl