De macadamianoot is een van oorsprong Australische noot die afkomstig is van verschillende planten uit het geslacht Macadamia. Twee soorten worden op commerciële basis gekweekt: Macadamia integrifolia en Macadamia tetraphylla.

De noten worden in het Engels ook wel eens 'Queensland nuts' genoemd, naar het gebied van herkomst maar het was de botanicus Ferdinand Mueller (1825-1896) die ze in 1828 vernoemde naar de Schots-Australische medicus en politicus John Macadam (1827-1865).

Eind 19e eeuw begon men de noot te verbouwen op plantages in onder andere Hawaï, Kenia, Malawi, Zuid-Afrika, Guatemala en Puerto Rico. Australië is nog steeds de grootste exporteur van de macadamianoot gevolgd door Hawaï en Zuid-Afrika.

De macadamianoot is de moeilijkst te kraken noot ter wereld. Er is een druk van meer dan twintig kilo per vierkante centimeter voor nodig. Mede hierom ligt de prijs hoog, al is door het ruime aanbod de noot wel goedkoper geworden.

De noot bevat het hoogste gehalte aan onverzadigde vetten van alle noten. Hij is bovendien rijk aan vitamine B1 en bevat daarnaast ook de mineralen magnesium, fosfor, ijzer, zink en calcium.

Uit de macadamianoot wordt ook olie geperst.

Meer informatie: nl.wikipedia.org