Een cul-de-sac is een doodlopende straat, waar men kan keren. Het woord komt oorspronkelijk uit Groot-Brittannië, waar het woord door de Franssprekende adel werd gebruikt.

Een cul-de-sac wordt tegenwoordig gebruikt in woongebieden om doorgaand verkeer te verminderen. Sommige cul-de-sacs lopen geheel dood en anderen geven alleen een doorgang voor fietsers en voetgangers. Een voordeel van een cul-de-sac is dat huizen aan zo'n straat geen of minder last hebben van autoverkeer. Huizenprijzen hebben de tendens om hier wat hoger te zijn dan in gewone straten.

In Nederland wordt een cul-de-sac niet veel toegepast in de originele vorm met een ronding aan het einde van de straat. Vaak worden in oude stads- en dorpscentra straten die doodlopen zonder mogelijkheid om te keren ook als sul-de-sac aangemerkt, maar zonder keermogelijkheid kan het geen cul-de-sac genoemd worden. In de latere nieuwbouwwijken vindt men deze laatste vorm ook veelvuldig terug. Dit is met name omdat er voor langzaam verkeer vaak doorsteekjes zijn gemaakt aan het eind van een doodlopende weg, wat het fietsgebruik stimuleert door het aanbieden van kortere routes.

Een Nederlandse cul-de-sac biedt dus niet altijd een mogelijkheid om te keren, maar waar dit wel voorkomt, kan dit meestal alleen uitgevoerd worden door 2 of 3 keer te steken. Enkele gedeeltes van een cul-de-sac zijn dan aangewezen als verboden-te-parkerengedeelte, om het steken mogelijk te maken

Meer informatie: www.wegenwiki.nl