Het voor de eerste keer zien van een Jeruzalemkrekel kan een verontrustende ervaring zijn, zelfs voor degenen die niet vatbaar zijn voor entomofobie. Ze zien eruit als gigantische, gespierde mieren met mensachtige koppen en donkere kraaloogjes. Hoewel Jeruzalemkrekels (familie Stenopelmatidae) inderdaad vrij groot zijn, zijn ze over het algemeen onschadelijk. We weten relatief weinig over hun levensgeschiedenis, en veel soorten blijven naamloos en onbeschreven.

Heb je als kind ooit het bordspel Cootie gespeeld? Stel je voor dat je een rots omdraait en een Cootie tot leven ziet komen, die je aanstaart met een dreigende uitdrukking! Dat is hoe mensen vaak hun eerste Jeruzalemkrekel ontdekken, dus het is geen verrassing dat deze insecten veel bijnamen hebben verdiend, en geen van hen is bijzonder vertederend. In de 19e eeuw gebruikten mensen de uitdrukking "Jeruzalem!" als een krachtterm, en dat wordt verondersteld de oorsprong te zijn van de gewone naam.

Mensen geloofden ook (ten onrechte) dat deze vreemde insecten met menselijke gezichten zeer giftig en potentieel dodelijk waren, dus kregen ze bijnamen vol bijgeloof en angst: schedelinsecten, bottenkevers, oude kale man, gezicht van een kind, en kind van de aarde ( Niño de la Tierra in Spaanstalige culturen). In Californië worden ze meestal aardappelbeestjes genoemd, vanwege hun gewoonte om aan aardappelplanten te knabbelen. In entomologische kringen worden ze ook wel zandkrekels of steenkrekels genoemd.

Meer informatie: www.greelane.com