Kuilvoer (ook: persvoer) is ingekuild veevoer. Vele soorten voeder kunnen worden ingekuild, maar de meest voorkomende kuilvoeders zijn kuilgras en snijmais. Minder voorkomende kuilvoeders zijn bijvoorbeeld mengsels van gras en klaver, granen zoals tarwe, gerst en triticale, mengsels van granen en erwten/bonen en snijzonnebloemen.

In de kuilhoop ondergaat het ingekuilde product een biochemisch proces, dat te maken heeft met de balans tussen verschillende zuren en suikers, onder andere melkzuur en boterzuur. Het komt erop neer dat melkzuurbacteriën de suikers in het product omzetten naar melkzuur. Dit melkzuur zorgt na verloop van tijd voor een stabiele zuurgraad in de kuil waardoor het product goed geconserveerd blijft.

Het doel van het inkuilen is over het algemeen het aanleggen van een voedzame wintervoorraad. Het inkuilen van veevoer komt vooral voor op rundveehouderijen. Tot ver in de twintigste eeuw bestond op deze bedrijven de wintervoorraad vooral uit hooi (gedroogd gras). Het drogen van het gras op het land (ca. 5 - 7 dagen) veroorzaakt echter een groot verlies aan voedingsstoffen. Bij het inkuilen wordt het gras minder lang op het land gedroogd (1 - 2 dagen) waardoor het meer voedingsstoffen behoudt. Bovendien is bij inkuilen de kans op mislukking door regen minder groot door de kortere droogtijd.

Meer informatie: nl.wikipedia.org