De Arabische kameel, ook bekend als dromedaris, heeft één bult. Net als bij de kameel maakt de dromedaris gebruik van zijn bult voor de opslag van vet, zodat het dier enige dagen zonder water en voedsel kan overleven, zelfs in de hete woestijn. Het vet in de bult wordt gebruikt voor de productie van energie en vocht. Op zeer hete dagen kan een dromedaris meer dan een kwart van zijn lichaamsgewicht verliezen zonder in levensgevaar te komen. Een goed doorvoede dromedaris heeft een volle, rechtopstaande bult. De bult wordt slapper naarmate de dromedaris gedurende een langere periode zich niet voedt. Overigens bezit een dromedaris als embryo nog een tweede bult, maar die komt niet tot ontwikkeling. Ook beschermt de bult de dromedaris tegen de hitte door warmte te absorberen. De lichtgekleurde vacht van de dromedaris zorgt er ook voor dat veel zonlicht wordt weerkaatst. De eeltkussens onder de voeten beschermen hem tegen het warme zand. De neusgaten en oren zijn bedekt met lange haren, die het zand tegenhouden. Om diezelfde reden heeft het dier lange wimpers. Ook kan het dier zijn neusgaten sluiten. Water wordt niet in de bult opgeslagen, maar in de maag.

De dromedaris is waarschijnlijk al voor 4000 v.Chr. gedomesticeerd. Het dier is door zijn grootte en zijn vermogen om het langere tijd uit te houden in de woestijn zeer geschikt als last- en rijdier in de hete woestijn. Hierdoor was de dromedaris lang het ideale vervoermiddel door de woestijn.

Meer informatie: nl.wikipedia.org