De Eerste Punische Oorlog (264 v.Chr. – 241 v.Chr.) was de eerste van de drie Punische oorlogen die uitgevochten werden tussen Rome en Carthago om de hegemonie over het Westelijk Middellandse Zeebekken. De oorlog werd vooral ter zee gestreden en eindigde in een Carthaagse nederlaag waarbij deze stadstaat de controle over zijn koloniën op Sicilië en Sardinië verloor, welke eilanden voortaan Romeinse provinciae (=wingewesten) zouden zijn.

De oorlog begon toen Carthago de piratenstad Messina, door de Mamertijnen in een piratennest veranderd, op hun verzoek te hulp kwam tegen een aanval van de Griekse stad Syracuse. De Carthagers bleven echter in Messina en de Mamertijnen vroegen toen Rome om hulp. Na lang wikken en wegen werd uiteindelijk op voorspraak van de comitia centuriata tot interventie besloten.

De Carthaagse aanwezigheid in het noorden van Sicilië werd als te bedreigend ervaren. Waarschijnlijk heeft ook de oorlogszuchtigheid van de Romeinen in het algemeen en van de senatoren in het bijzonder een rol gespeeld. Anders kan niet verklaard worden waarom Rome zich in een oorlog stortte die grotendeels overzee en op zee zou moeten worden gevoerd. De twintig oorlogsschepen van de Romeinen wogen namelijk niet op tegen de honderden schepen van de Carthagers.

Meer informatie: nl.wikipedia.org