Het rotsstandbeeld van Decebalus (Roemeens: Chipul regelui dac Decebal) is een gigantisch gelaat van de Decebalus die van 87 tot 106 de laatste koning van Dacië was, een rijk dat ongeveer samenviel met het huidige Roemenië.

De Romeinse keizer Trajanus vond dat het Dacische rijk een bedreiging vormde voor de veiligheid van de Romeinse provincies ten zuiden van de Donau. Bovendien hadden de Daciërs aantrekkelijke goudmijnen. In 106 veroverde Trajanus het Dacische rijk waarna hij de beroemde triomfzuil liet oprichten in Rome.

Het rotsstandbeeld ligt nabij de stad Orșova. Het is een vrij recent kunstwerh: het werd tussen 1994 en 2004 uitgehakt in een rotspunt op de oever van de Donau, ter hoogte van de zogenaamde IJzeren Poorten. Dat is een relatef smalle doorgang tussen Roemenië en Servië. Het is 55 meter hoog en 25 meter breed en is daarmee het grootste rotsstandeeld van Europa.

De beeltenis werd besteld door de Roemeense zakenman Constantin Drăgan. Het ontwerp is van de Italiaanse beeldhouwer Mario Galeotti maar werd uitgevoerd door twaalf Roemeense beeldhouwers. Op de andere oever bevindt zich de zogenaamde Tabula Traiana, een uitgehouwen gedenkplaat waarmee Trajanus zijn zege op de Daciërs vierde. Drăgan wilde aan die kant het hoofd van een Romeinse keizer laten uithakken maar de Serviërs weigerden.

Meer informatie: en.wikipedia.org