Bij de vertoning van de eerste stomme films werd er beroep gedaan op een benshi (弁士), een gebruik die zijn oorsprong kent in de Japanse theaterwereld. Een benshi trad op als verteller. Hij verwoordde de gevoelens van de karakters en gaf uitleg bij de gebeurtenissen in de film. Toen in 1903 de bouw van de eerste cinema een feit was, besloten de uitbaters een vaste benshi in dienst te nemen. De nieuwe bioscopen volgden dit voorbeeld al snel.

De jaren twintig vormden de hoogdagen van de benshi; het beroep werd gezien als een echte kunstvorm. Het publiek trok niet zozeer voor de film naar de bioscoop maar des te meer voor de benshi. Sommige benshi werden zelfs zo populair dat ze zeggenschap kregen inzake de productie van films. Hier kwam in 1930 echter een einde aan. De geluidfilm baande zich een weg naar Japan en dat betekende het einde van dit beroep.

Meer informatie: mediawiki.arts.kuleuven.be