Het metasoma bestaat uit het achterste deel van het opistosoma of achterlijf. Het metasoma wordt wel de 'staart' van de schorpioen genoemd en bestaat altijd uit vijf segmenten. Het is geen echte staart zoals bijvoorbeeld de staart van een hond, maar een wezenlijk deel van het lichaam. Dit is te zien aan de positie van de anus van een schorpioen, dit uitscheidingsorgaan is gelegen aan de achterzijde van het metasoma, vóór de gifstekel. Deze gifstekel wordt wel telson genoemd en bestaat uit twee delen. Aan de basis is een druppel- tot bolvormige gifblaas gelegen die aan het einde een duidelijke, gekromde holle stekel bevat, de aculeus. Hierdoor dringt het gif van de schorpioen een prooi binnen; de stekel bevat een opening aan het uiteinde waardoor het gif wordt toegebracht. De toediening vindt plaats door de samentrekking van spieren waardoor het secreet in de prooi wordt geïnjecteerd. Bij soorten uit een aantal families, zoals de Iuridae en de Scorpionidae is onder de stekel ook een doornachtige structuur aanwezig. Bij soorten uit andere families, zoals de soorten uit de familie Diplocentridae. De gifklieren in de gifblaas bevatten twee celtypen, waarvan de belangrijkste bestaan uit cellen die de giftige verbindingen aanmaken en de andere cellen zorgen voor de aanmaak van de dragervloeistof bestaande uit een waterig slijm.

Meer informatie: nl.wikipedia.org