De Bastille Saint-Antoine, bekend geworden onder de verkorte aanduiding La Bastille, was een burcht-gevangenis in Parijs, die bekend werd door de bestorming ervan op 14 juli 1789, die wordt beschouwd als het begin van de Franse Revolutie. Onder koning Filips II van Frankrijk (koning van 1180 tot 1223) werd een begin gemaakt met de versterking van de stad Parijs. In de ommuring werd een stadspoort geplaatst, waardoor de centrale Oud-Romeinse weg voerde, van het stadscentrum naar Meaux en Melun. Deze weg liep langs de abdij Saint-Antoine-des-Champs, waardoor de verbinding de naam Faubourg-Saint-Antoine kreeg. Aan de naam van dit klooster dankte de poort ook haar naam. Door toedoen van de latere koning Karel V van Frankrijk (koningschap: 1364–1380) werd in 1356 een begin gemaakt met de bouw van een nieuwe muur ter vervanging van de oude. Aan de bestaande poort van Saint-Antoine werden nog vijf andere toegangspoorten toegevoegd. De koning, die gevlucht was naar het Hôtel Saint-Pol, zijn paleis in Parijs, uit vrees voor een ophanden zijnde opstand die geleid werd door Étienne Marcel, verordonneerde de bouw van een versterkt kasteel ter bescherming van hemzelf en de stad. Hierop werd, onder toezicht van Hugues Aubriot, de Bastille gebouwd. De bouw startte op 22 april 1370 en werd in 1383 voltooid onder koning Karel VI van Frankrijk.

Meer informatie: nl.wikipedia.org