Met welk van de volgende eet je soep?

Een lepel is een gebruiksvoorwerp met een ondiepe komvormige kop, ovaal of rond, aan het uiteinde van een steel.

Lepels worden voornamelijk gebruikt voor het eten van vloeibare of halfvloeibare voedingsmiddelen, zoals soep, stoofpot of ijs, en zeer kleine of poederachtige vaste stoffen die moeilijk met een vork kunnen worden opgepakt, zoals rijst, suiker, ontbijtgranen en doperwten.

In de geschiedenis zijn er verschillende soorten lepels bewaard gebleven. De oude Egyptenaren gebruikten lepels van ivoor, vuursteen, leisteen en hout, vaak versierd met religieuze symbolen. Tijdens de Neolithische Ozieri-beschaving in Sardinië werden keramische lepels en pollepels al gebruikt. In de Shang-dynastie in China werden lepels van bot gemaakt. Vroege bronzen lepels in China hadden een scherpe punt en konden ook als bestek dienen. De Grieken en Romeinen maakten lepels voornamelijk van brons en zilver, waarbij de steel vaak de vorm van een puntige stengel had.