Valentijnsdag, de dag van de geliefden, heeft zijn oorsprong in de Romeinse tijd. In 496 na Christus besloot paus Gelasius I om een einde te maken aan de Lupercalia, een oud heidens festival ter ere van de vruchtbaarheidsgod Lupercus.

Deze vieringen vonden plaats op 15 februari en stonden bekend om hun wilde en uitbundige karakter, wat in strijd was met de christelijke moraal en het idee van liefde.

Een opmerkelijk onderdeel van het festival was dat Romeinse vrouwen zich vrijwillig lieten geselen door jonge mannen, aanhangers van de faun Lupercus. Zelfs zwangere vrouwen deden mee, in de overtuiging dat het de geboorte van hun kind zou bevorderen.

De jonge mannen, vaak naakt of slechts gekleed in een leren rok, zorgden voor een spectaculair schouwspel dat de pijn verzachtte.

Om de viering van de liefde een nieuwe betekenis te geven, besloot paus Gelasius I om het feest te verplaatsen naar de dag ervoor, 14 februari, gewijd aan Sint Valentijn, en maakte hem zo de beschermheilige van geliefden.

Meer informatie: www.focus.it