ADVERTENTIE
Rond welk lichaamsdeel droegen soldaten 'beenwindsels'?
Beenwindsels of puttees zijn lange repen stof, die rond de onderbenen worden gewikkeld om vuil in de schoenen tegen te gaan, alsook het klapperen van (natte) kledij tegen te gaan. In het Duits worden ze (wickel)gamasche genoemd.
Beenwindsels worden hier snel in verband gebracht met het Nederlandse leger van voor 1940. Net als de meeste andere Europese legers behoorde de 'puttee' tot de standaarduitrusting van de niet-bereden militair. De door het leger gebruikte puttee zag het daglicht bij de invoering van het veldgroene uniform in 1912 (M1912).
De eerste puttee was van een vervilte stof, ongeveer 10-12 cm breed en drie meter lang. Aan het eind was de puttee tot een driehoek gevouwen en voorzien van een reep keperband van ongeveer 1,5 cm breed en meer dan een meter lang. De latere puttees waren van wollen stof, en voorzien van een reep zwart geitenchroomleer ter bescherming van de stof tegen het leder van het schoeisel. Puttees werden ook wel in het buitenland betrokken.
Meer informatie:
nl.wikipedia.org
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE