De blokfluit is een houten blaasinstrument met een labium. De blokfluit is voorzien van een mondstuk om het aanblazen te vergemakkelijken, en behoort daarmee tot de bekfluiten. Het mondstuk heeft een cilindrische boring waarin het blok (vandaar de naam blok-fluit) van een zachtere houtsoort is aangebracht. Het blok laat een smalle spleet vrij waardoor de lucht op het labium gericht wordt. Het zachtere hout van het blok maakt de opname van ademvocht mogelijk wat de bespeelbaarheid ten goede komt.

Fluiten in het algemeen behoren tot de oudste muziekinstrumenten en werden al in de prehistorie aangetroffen. Veel culturen kennen hun eigen varianten zoals de dvojnice uit Dalmatië, een dubbelfluit. Er zijn principieel twee manieren van aanblazen: recht via een mondstuk, de bekfluiten, en dwars zonder mondstuk, de dwarsfluiten, waartoe bijvoorbeeld ook de panfluit behoort. Beide versies hadden waarschijnlijk oorspronkelijk een vingerzetting gebaseerd op zes vingergaten, zoals dat vandaag de dag bij de Ierse tin whistle nog steeds het geval is. Ook de traverso zoals deze vóór de uitvinding van de moderne dwarsfluit door Theobald Böhm gebouwd werd, was op dit ontwerp gebaseerd

Meer informatie: nl.wikipedia.org