Terpentijn is een oleohars. Oleoharsen bestaan uit hars opgelost in etherische oliën, en vele andere stoffen. Het woord terpentijn is afgeleid van het Oudfranse terbentine, ontleend aan Latijn terebinthīna, dat weer ontleend is aan het Griekse woord terébinthos (τερέβινθος), wat terebintboom betekent. Tegenwoordig zijn coniferen de belangrijkste bron voor de winning van terpentijn. Bomen uit de orde coniferen kunnen worden opgedeeld in drie groepen: Taxineae, Cupressinae en Abietineae (Pinaceae). De oliën verkregen van de verschillende Abietineae stonden bij de oude Grieken bekend als cederolie en werden later bekend als terpentijnolie. Terpentijn is een geel gekleurde stroperige vloeistof, die door verwonding van de schors uit de boom vloeit en wordt opgevangen. Als terpentijn wordt gedestilleerd ontstaan terpentijnolie (Oleum Terebinthinae aethereum) en terpentijnhars (colofonium). Terpentijnolie wordt ook wel gomterpentijn of kortweg terpentijn genoemd.

Meer informatie: nl.wikipedia.org