ADVERTENTIE
Van welk dier is dit het jong?
Het wild zwijn heeft een borstelachtige vacht die 's winters langer en donkerder is dan in de zomer. In het voorjaar vallen de winterharen uit en krijgen ze een kortere en lichtere vacht. Ze hebben een kort en stevig lijf en een afgeplatte sterke snuit. De neus eindigt in een wroetschijf. De achterpoten zijn korter dan de voorpoten en volwassen dieren hebben een staart die eindigt in een pluim. Volwassen mannetjes worden keilers of beren genoemd en hebben twee slagtanden, die door jagers "houwers" worden genoemd. Deze slagtanden zijn twee hoektanden in de onderkaak, die naar boven gericht staan. Ook de bovenste hoektanden zijn sterk ontwikkeld en wijzen omhoog. Over de borstkas heeft het mannetje een vier centimeter dikke laag kraakbeen, die dient als bescherming voor de longen en het hart in gevechten. De frislingen (biggen) hebben horizontale strepen, ook wel zwijnenpyjama genoemd, die dienen ter camouflage. De strepen verdwijnen na drie tot vijf maanden. De jongen worden geboren in een door de moeder aangelegd nest, de kraamkamer genoemd, wat een grote kuil met varens, grassen en bladeren is. In dit nest blijven ze samen met hun moeder de eerste week van hun leven. Na een week sluiten moeder en jongen zich weer aan bij de oorspronkelijke groep. Als de zeugen jongen hebben kunnen ze agressief worden tegen mensen, mochten deze te dichtbij komen.
Meer informatie:
nl.wikipedia.org
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE