Bernard Zweers (Amsterdam, 18 mei 1854 – aldaar, 9 december 1924) was een Nederlandse componist en dirigent. Zweers werd geboren als zoon van een muziekhandelaar en was in het begin autodidact. Sinds zijn vroege jeugd had hij last van tinnitus (oorsuizen). Desondanks begon hij als 14-jarige met het componeren van kamermuziek.

Na de voltooiing van zijn eerste symfonie kreeg hij de gelegenheid in de leer te gaan bij Salomon Jadassohn in Leipzig, die hem contrapunt bijbracht. Na zijn terugkeer in Amsterdam was hij van 1885 tot 1922 leraar harmonie en compositie aan het Amsterdamsch Conservatorium en de Muziekschool van Toonkunst. Tot de vele Nederlandse componisten die hij heeft opgeleid, behoren Hendrik Andriessen, Sem Dresden, Bernhard van den Sigtenhorst Meyer, Willem Landré, Rosy Wertheim, Leo Smit, Evert Cornelis, Daniël Ruyneman en John Brookhouse McCarthy. Ook was hij dirigent van diverse zangkoren, maar door zijn toenemende doofheid heeft hij dat maar enkele jaren kunnen volhouden.

Zweers streefde ernaar een nationale Nederlandse toonkunst tot stand te brengen en maakte in zijn vocale werken dan ook uitsluitend gebruik van Nederlandse teksten.

Zijn derde symfonie Aan mijn Vaderland, een werk van epische proporties, geldt als zijn verreweg beste compositie. Deze 'nationale' symfonie is een uiting van vaderlandsliefde. De première van de eerste drie delen vond plaats op 23 maart 1888 onder zijn eigen leiding in de Amsterdamse Stadsschouwburg

Meer informatie: nl.wikipedia.org