De gewone vlier (Sambucus nigra) onbrak vroeger op geen enkel boerenerf. Bij huis, stal of bakkeet werd de vlier aangeplant als was het een buitengewoon sierlijke plant. Niet de schoonheid van deze struik was de ware reden, maar het bijgeloof dat de struik bescherming zou bieden tegen onweer en kwalijke ziekten.

De hardnekkigheid waarmee de vlier zich handhaaft en vermeerdert, is tegelijkertijd z’n ondergang geworden; door velen wordt hij als ongewenst (onkruid) beschouwd. Jammer, want van de vlierbloesem en -bessen zijn lekkere dingen te maken.

Een vlier hoef je niet te zien bloeien, die ruik je gewoon!’ De zware, friszoetige geur is vooral op warme dagen goed te ruiken. Zijn de bloemen helemaal open, dan is het tijd om ze te oogsten. Van de (gedroogde) bloemen kan een bloesemthee worden gezet of er kan onder andere vlierbloesemmelk of vlierbloesemsiroop van worden gemaakt.

Worden de bloemen aan de struik gelaten, dan komen er in september – oktober diep blauwpaarse bessen te voorschijn. De bitterzoete smaak van de bes kan niet iedereen bekoren. Maar vergist u zich niet. Wanneer de bessen op de juiste wijze worden bereid, kunnen er verrassende dingen ontstaan. Pluk de bessen pas als ze helemaal rijp zijn. Ze zijn dan zacht en hebben de neiging van het scherm af te vallen. Onrijpe bessen zijn licht giftig en kunnen (bij kinderen) diarree veroorzaken.

Meer informatie: neerlandstuin.nl