Slagroom kan worden bereid uit verschillende soorten dunne room die van de volle melk worden geschept. Het vetaandeel van slagroom bedraagt 30 à 40 procent.

De overlevering wil dat hofkok François Vatel ter gelegenheid van het grote feest in 1671 op het Kasteel van Chantilly de slagroom heeft uitgevonden: opgeklopte (geslagen) room met vanille.

Feit is dat Lodewijk (Louis) II van Bourbon-Condé, ook Le Grand Condé (De Grote Condé) genoemd grote feesten gaf op het domein van het kasteel van Chantilly. Hij ontving er schrijvers als La Fontaine, Jean de La Bruyère, Jacques-Bénigne Bossuet, Madame de La Fayette en Madame de Sévigné. Er werden fantastische feesten gegeven. Molière schreef en speelde er zijn toneelstukken zoals Les Précieuses ridicules en Tartuffe. Bij een van die feesten zou Vatel dus slagroom hebben uitgevonden.

Echter, Rabelais vermeldt in 1532 in Pantagruel al neige de crème. Mogelijk gata het hier om slagroom.

In Frankrijk wordt slagroom nog steeds cème chantilly genoemd, kortweg chantilly, maar de naam zou pas sinds eind achttiende eeuw in zwang zijn.

Meer informatie: nl.wikipedia.org