James 'Wild Bill' Buler Hickok (1837-1876) was een pionier uit het Wilde Westen met een legendarische reputatie.

Hickok leerde al heel vroeg omgaan met een wapen en ging in 1855 aan de slag als postkoetsbestuurder op de route van de Oregon Trail en de Santa Fe Trail. Toen zijn koets werd aangevallen door een grizzlybeer doodde hij het dier met een mes en op die manier werd het fundament gelegd voor zijn koelbloedige reputatie.

Vanaf 1857 was hij sheriff in verschillende steden. Daarbij geraakte hij regelmatig betroikken bij schietpartijen die bijdroegen tot zijn imago. In 1861 overleefde hij 11 schotwonden bij zo'n schietpartij.

Bij het uitbreken van de Amerikaanse Burgeroorlog kreeg hij de functie van verkenner (scout) en raakte hij bevriend met Buffalo Bill. Na de oorlog zouden ze een tijd lang hun geld verdienen met de jacht op bizons en in 1873 gingen ze samen een paar maanden op tournee om de verhalen van het Wilde Westen te vertellen.

Hickock werd in 1876 in de saloon Nuttal & Mann's in het Black Hills-goudzoekerskamp Deadwood (South Dakota) tijdens het pokeren in de rug geschoten met een .45-kaliber revolver door Jack McCall. Over het motief wordt gespeculeerd maar McCall had een dag zijn geld verloren bij het pokeren.

Hickok werd begraven op het Mount Moriah Cemetery. Calamity Jane, met wie hij wellicht een relatie had, stierf in 1903 en ligt naast hem.

Meer informatie: nl.wikipedia.org