Met drie schepen en negentig bemanningsleden vertrekt Columbus in augustus 1492 naar het westen. Hij houdt de details van de reis nauwkeurig bij in zijn logboeken. Op 12 oktober 1492 komt er voor het eerst land in zicht. Omdat Columbus denkt in Indië te zijn, noemt hij de inwoners indianen. Hij noemt het eiland waar hij aankomt San Salvador. Welk eiland het is waar Columbus aankwam, daarover is nog altijd onzekerheid. Wel vast staat dat hij aankwam op één van de Bahama-eilanden. Daarna bezoeken ze nog een paar eilanden in de buurt en komen ze ook aan op Cuba.

Columbus ziet Cuba aan voor Japan. Eén van de bevelhebbers, Martín Alonso Pinzón gaat er dan met een schip vandoor, nadat hij van de indianen iets heeft gehoord over een goudeiland. Columbus zet de achtervolging in en komt terecht op Hispaniola, waar Haïti en de Dominicaanse Republiek nu liggen. Daar zet hij de eerste nederzetting neer in de ‘Nieuwe wereld’ (La Navidad), waarschijnlijk in het huidige Haïti. De ontdekkingsreiziger komt daarna per toeval de verdwenen Pinzón weer tegen en samen varen ze terug naar Europa. Maart 1493 komen ze weer aan in Lissabon.

Meer informatie: historiek.net