Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog vonden een tweetal geallieerde interventies plaats in het door een burgeroorlog verscheurde Russische Rijk: een vanuit het noorden, via Moermansk en Archangel (→ Moermansk-expeditie) en een in Oost-Siberië via Wladiwostok, 1918/20. Een bont gezelschap van nationaliteiten maakte deel uit van de geallieerde strijdmacht, deels uit idealisme, deels ten eigen bate.

Van het "Tsjechische Legioen", bestaande uit deserteurs van het Oostenrijks-Hongaarse leger die naar de Russen waren overgelopen, maar zich na de val van het tsarenrijk tegen de bolsjewieken hadden gekeerd, waren inmiddels enkele duizenden in Wladiwostok aangekomen en eind juni 1918 namen zij deze stad in bezit.

Vervolgens trokken zij langs de Transsiberische spoorweg weer naar Centraal-Siberïë, om hun kameraden bij te staan die daar strijd leverden met de bolsjewieken. Deze actie had de sympathie van Wilson en was voor hem aanleiding voor een beperkte Amerikaanse bijdrage, uitsluitend echter om de Tsjechen te ondersteunen.

Meer informatie: www.forumeerstewereldoorlog.nl