Op 27 januari 1945 wordt vernietigingskamp Auschwitz bevrijd door het Russische Rode Leger. Het in het zuidwesten van Polen gelegen kamp is dan bijna leeg.

Eind 1944, als het Rode Leger oprukt en Auschwitz nadert, beginnen de nazi’s met het vernietigen van bewijsmateriaal. De administratie wordt vernietigd en in oktober worden de gaskamers op bevel van Heinrich Himmler, de architect van de Holocaust, buiten gebruik gesteld. Daarna begint de systematische opheffing van het kamp.

Als duidelijk is dat de Russen in de buurt zijn, dwingen de nazi’s zo’n zestigduizend overgebleven gevangenen om met hen richting Duitsland te lopen. Tijdens deze zogenaamde dodenmarsen komen nog eens duizenden gevangenen om het leven. Wie niet de kracht heeft om verder te lopen of probeert te vluchten, wordt ter plekke doodgeschoten.

Op 27 januari 1945 wordt het kamp bevrijd. De Russen treffen in Auschwitz nog ongeveer 8000 gevangenen aan. De meesten zijn doodziek. De paar overgebleven bewakers worden nog diezelfde dag door de Russen gedood.

Meer informatie: historiek.net