Schapenscheren is het proces waarbij de wollen vacht van een schaap wordt verwijderd. De persoon die dit doet, wordt een schapenscheerder genoemd. Jaarlijks scheren gebeurt meestal in een scheerschuur, een speciaal ontworpen faciliteit die vaak honderden en soms meer dan 3.000 schapen per dag kan verwerken.

Schapenscheren wordt ook als een sport beschouwd, met wedstrijden over de hele wereld. Het vindt meestal plaats tussen de lente en de zomer.

Een schaap wordt door de scheerder uit de vangkooi gehaald en naar zijn "stand" op het scheerbord gebracht. Het scheren gebeurt met een mechanisch handstuk. De wol wordt verwijderd door een efficiënte reeks bewegingen, ontwikkeld door Godfrey Bowen rond 1950 (de 'Bowen-techniek') of de 'Tally-Hi'-methode ontwikkeld in 1963 en gepromoot door de Australian Wool Corporation. Schapen verzetten zich minder met de 'Tally-Hi'-methode, wat de belasting voor de scheerder vermindert en ongeveer 30 seconden bespaart bij het scheren van elk schaap.

De scheerder begint met het verwijderen van de buikwol, die door een hulpje van de hoofdvacht wordt gescheiden, terwijl het schaap nog wordt geschoren. Een professionele of "top" scheerder verwijdert meestal een vacht zonder het schaap aanzienlijk te markeren of te snijden, in twee tot drie minuten, afhankelijk van de grootte en conditie van het schaap—minder dan twee minuten bij elite-competitief scheren. Het geschoren schaap wordt via een glijbaan in de vloer of in een muur naar een buitenste telhok geleid.

Meer informatie: en.wikipedia.org