Wiskundige uitdrukkingen zijn combinaties van getallen, variabelen (zoals x, y of z) en operatoren (zoals +, −, × en ÷) die een bepaalde waarde of hoeveelheid vertegenwoordigen. Een eenvoudig voorbeeld is 2+3, waarbij de + operator aangeeft dat de getallen bij elkaar moeten worden opgeteld.

De som van 150 en 200 is 350, volgens de basisregels van de optelling. Optelling is een van de vier fundamentele rekenkundige bewerkingen, naast aftrekking, vermenigvuldiging en deling.

Optellen is het proces waarbij twee of meer getallen worden gecombineerd om een totale som te verkrijgen. Het is een essentiële vaardigheid die in het dagelijks leven vaak wordt gebruikt, van het berekenen van boodschappen tot het beheren van financiën.

Het begrijpen van deze basisprincipes helpt bij het oplossen van complexere wiskundige problemen en bevordert logisch denken en probleemoplossende vaardigheden.

Meer informatie: en.wikipedia.org