Wiskundige uitdrukkingen bestaan uit een combinatie van getallen, variabelen (zoals x, y of z) en operatoren (zoals +, −, × en ÷) die een bepaalde waarde of hoeveelheid vertegenwoordigen. Bijvoorbeeld, 2+3 is een eenvoudige wiskundige uitdrukking. De + is een operator die aangeeft dat we de twee getallen bij elkaar moeten optellen.

Vermenigvuldigen is het proces van herhaald optellen. Wanneer we zeggen 3 × 5, vragen we ons af: "wat is het totaal als we 3 vijf keer bij elkaar optellen?"

Stel je voor dat je 3 appels hebt en je krijgt 5 van zulke groepen appels, hoeveel appels heb je dan in totaal? Om dit te berekenen, tel je het aantal appels in elke groep (3) op bij zichzelf, het aantal keren dat er groepen zijn (5).

Meer informatie: en.wikipedia.org