De Chinese renminbi is het officiële betaalmiddel op het vasteland van China, behalve Hongkong en Macau, waar respectievelijk de Hongkongse dollar en de pataca worden gebruikt. Rénmínbì betekent 'geld van het volk' en de naam kwam in 1949 voor het eerst voor.

Rénmínbì is echter de naam van de munt (valuta). De bij de valuta behorende munteenheid heeft een aparte naam: de yuan. De yuan is wellicht de oudste munteenheid met een decimale onderverdeling. China was in 3dee eeuw v.Chr. de eerste cultuur die metalen, koperen munten in gebruik nam en ook in 9de eeuw de eerste die papiergeld gebruikte.

De munteenheid wordt in de spreektaal meestal kuai (Chinees voor 'blok') genoemd. Een yuan is verdeeld in tien jiao ('hoorn') of mao ('veer') in de spreektaal, en een jiao bestaat uit tien fen ('punt'). Fen zijn zo weinig waard dat ze bijna niet in de steden worden gebruikt, behalve in de grote supermarkten.

Als afkorting worden zowel RMB (vooral in China) als CNY (internationaal) gebruikt. In intern Chinees handelsverkeer wordt ook het teken voor de yen (￥) gebruikt.

Er zijn munten van 1, 2 en 5 fen, van 1, 2, en 5 jiao, en van 1 yuan. Briefjes zijn er van 1, 2 en 5 jiao, en van 1, 2, 5, 10, 20, 50 en 100 yuan. Op de voorkant van alle recente yuanbiljetten staat het portret van Mao Zedong en op de achterkant telkens een bekend gebouw of landschap staat. Op alle recente bankbiljetten staat vereenvoudigd Chinees, hanyu pinyin, Mongools, Tibetaans, Oeigoers en Zhuangyu.

Meer informatie: nl.wikipedia.org