Frituren is een kooktechniek die lijkt op braden, waarbij voedsel wordt bereid door het onder te dompelen in heet vet. In tegenstelling tot braden, verwarmt frituren het voedsel gelijkmatig over het hele oppervlak door middel van geleiding. Dit lijkt op koken, maar de veel hogere temperaturen van 140 tot 190 °C zorgen voor een droge korst en aromatische bruining, bekend als de Maillard-reactie.

Bij frituren wordt vet met een hoog rookpunt, zoals plantaardige olie, reuzel of geklaarde boter, verhit in een pan of speciale friteuse tot net onder het rookpunt. Vervolgens wordt het voedsel toegevoegd. Als het vet niet heet genoeg is of te veel afkoelt door het toevoegen van te veel voedsel, zal het voedsel te veel vet absorberen voordat er een korst kan ontstaan.

Het snel overbrengen van de hoogste mogelijke temperatuur naar het oppervlak van het voedsel voorkomt grotendeels dat het vet binnendringt, omdat de stoom die door de hoge temperatuur uit het voedsel komt, het binnendringen van vet tegengaat. Dit effect is nog sterker in industriële vacuümfriteuses.

Voedingsmiddelen die bijzonder geschikt zijn om te frituren, zijn zetmeelrijke producten zoals aardappelen en andere stevige groenten, gebak, en ook vlees of vis, die vaak gepaneerd of in beslag gedompeld worden omdat ze zelf weinig koolhydraten bevatten.

Meer informatie: de.wikipedia.org