Speerwerpen is een atletiekonderdeel waarbij een speer van ongeveer 2,5 meter wordt geworpen. De atleet bouwt snelheid op door binnen een bepaald gebied te rennen voordat hij de speer werpt. Speerwerpen maakt deel uit van zowel de tienkamp voor mannen als de zevenkamp voor vrouwen.

In tegenstelling tot andere werponderdelen kunnen speerwerpers snelheid opbouwen over een aanzienlijke afstand. Naast kracht in de kern en bovenlichaam, profiteren speerwerpers van de behendigheid en atletisch vermogen die typisch zijn voor loop- en springonderdelen. Hierdoor delen ze meer fysieke kenmerken met sprinters dan met andere werpers, hoewel ze nog steeds de techniek van zwaardere werpers nodig hebben.

Traditionele krachttraining met gewichten wordt vaak gebruikt door speerwerpers. Oefeningen met metalen staven en weerstandsbanden kunnen worden ingezet om een vergelijkbare beweging als het speerwerpen te trainen, om kracht en intensiteit te verhogen. Zonder de juiste kracht en flexibiliteit zijn werpers vatbaar voor blessures, vooral aan schouder en elleboog. Stabiliteit van de kern helpt bij de overdracht van fysieke kracht van de grond door het lichaam naar de speer. Rek- en sprinttraining worden gebruikt om de snelheid van de atleet op het moment van loslaten te verbeteren, en daarmee ook de snelheid van de speer. Bij het loslaten kan een speer snelheden bereiken van bijna 113 km/u.

Meer informatie: en.wikipedia.org