De pater familias was de oudste man of man van de hoogste stand in een familia (Romeins huisgezin). Het woord is Latijn voor "vader van de familie".

De macht die de pater familias bezat, werd patria potestas ("vaderlijke macht") genoemd. Potestas is te onderscheiden van auctoritas, dewelke de pater familias ook bezit. Volgens een interpretatie van de Twaalftafelenwet had de pater familias de vitae necisque potestas ("de macht over leven en dood") en de macht over het vermogen van familia: de mater familias (zijn echtgenote), filii familias (zijn zonen), filiae familia (zijn dochters), nepotes ex filiorum (zijn kleinzonen via zijn zonen) en servi familias (zijn slaven), iedereen van die gezegd werd sub manu te zijn, "onder zijn hand". Hij was echter moreel verplicht voor tuchtiging een familieraad bijeen te roepen.

Meer informatie: nl.wikipedia.org