Insuline is een hormoon dat wordt geproduceerd door de bètacellen in de eilandjes van Langerhans in de alvleesklier. Het speelt een cruciale rol in het reguleren van de stofwisseling van koolhydraten, vetten en eiwitten. Een van de belangrijkste functies van insuline is het bevorderen van de opname van glucose uit het bloed in de cellen van de lever, vetweefsel en skeletspieren. Hier wordt glucose omgezet in glycogeen of vetten, afhankelijk van de behoeften van het lichaam.

Wanneer de insulineconcentratie in het bloed hoog is, wordt de productie en afgifte van glucose door de lever sterk geremd. Dit helpt om de bloedsuikerspiegel binnen een gezond bereik te houden. Insuline stimuleert ook de eiwitsynthese in verschillende weefsels, wat bijdraagt aan de opbouw en het herstel van cellen. Bij lage insulinespiegels gebeurt het tegenovergestelde: het lichaam breekt vetreserves af om energie vrij te maken, wat leidt tot een verhoogde afbraak van vetten.

Insuline is dus essentieel voor het handhaven van een evenwichtige stofwisseling en het voorkomen van aandoeningen zoals diabetes, waarbij de insulinefunctie verstoord is. Het is een anabool hormoon dat bijdraagt aan de opbouw van lichaamsweefsels en het behoud van een stabiele bloedsuikerspiegel.

Meer informatie: en.wikipedia.org