Sterren bestaan voor het overgrote deel uit waterstof en helium, de twee lichtste elementen in de natuur. Waterstof en helium komen veruit het meest voor in het heelal: van alle materie in de kosmos is ongeveer 75 procent waterstof en 24 procent helium.

Sterren worden geboren uit samentrekkende gas- en stofwolken. In zo’n wolk vormt zich eerst een min of meer bolvormige verdichting (een zogeheten globule), die uiteindelijk ineenstort tot een echte ster. Als de globule veel materie bevat, ontstaat er een zware, hete ster; is er weinig materiaal voorhanden, dan is een klein, koel sterretje het resultaat. In sommige gevallen valt de samentrekkende wolk uiteen in verschillende delen, en ontstaat er een dubbelster of een meervoudige ster.

Meer informatie: www.allesoversterrenkunde.nl