Een eiland is een stuk land dat volledig omringd is door water. Het is kleiner dan een continent en kan zich bevinden in oceanen, zeeën, meren of rivieren. Een verzameling eilanden wordt een archipel genoemd.

Eilanden worden ingedeeld in continentale en oceanische eilanden. Oceanische eilanden ontstaan vanuit de oceaanbodem en stijgen op naar het oppervlak. Continentale eilanden zijn delen van het continentale plat die niet onder water staan en volledig door water zijn omgeven.

Veel van de grotere eilanden ter wereld zijn continentale eilanden. Groenland, met een oppervlakte van 2.175.000 vierkante kilometer, is het grootste eiland en bestaat uit dezelfde materialen als het aangrenzende Noord-Amerikaanse continent, gescheiden door een ondiepe zee.

Het op een na grootste eiland, Nieuw-Guinea, maakt deel uit van het Australische continentale platform en is slechts gescheiden door de ondiepe Torresstraat. Een lichte verandering in de zeebodem zou Nieuw-Guinea met Australië kunnen verbinden, terwijl een stijging van de zeespiegel heuvelachtige kusten kan onderdompelen, waardoor alleen de toppen als kleine eilanden zichtbaar blijven.

Meer informatie: www.britannica.com