Een metronoom is een instrument om in muziek een tempo aan te geven. Naast de traditionele mechanische metronoom bestaan er tegenwoordig allerlei elektronische uitvoeringen. De metronoom wordt ook gebruikt bij de muziekstudie, om te controleren of men het tempo gedurende het spel vast weet te houden, of om (complexere) ritmes binnen een tempo te bestuderen. De mechanische uitvoering van een metronoom bestaat uit een uurwerk met een omgekeerde slinger. De slinger beweegt regelmatig heen en weer en laat in elke cyclus twee duidelijk hoorbare tikken horen. Door verstelling van een gewichtje op de slinger kan de slingertijd veranderd worden. Sommige metronomen kunnen ter aanduiding van de maatsoort ook een belsignaal laten horen aan het begin van een maat. Niet alleen de tikken, maar ook de regelmatige beweging van de slinger, helpen de musicus bij het bepalen van het juiste tempo en het aanhouden van de maat. De eerste mechanische metronoom werd in Amsterdam rond 1812 uitgevonden door de Duits-Nederlandse uitvinder Dietrich Nikolaus Winkel. Johann Nepomuk Maelzel werd echter bekender als metronoombouwer rond 1820, met een verbeterde versie van Winkels uitvinding. Winkel en Maelzel procedeerden over wie de uitvinding op zijn naam mocht schrijven, waarbij Winkel in het gelijk gesteld werd als uitvinder. Desondanks maakte een patent dat Maelzel in Parijs liet registreren hem en niet Winkel door deze uitvinding rijk.

Meer informatie: nl.wikipedia.org