Gapen is een krachtige samentrekking van bepaalde gezichtsspieren en het middenrif, wat leidt tot een diepe inademing van lucht door de open mond, gevolgd door een korte maar diepe en snelle uitademing. Het is een veelvoorkomend fysiologisch en reflexmatig gedrag dat zelfs in de foetale fase bij veel dieren voorkomt, waaronder vissen, wat het fylogenetisch oud maakt. Hoewel het stereotiep is, kan het worden gemoduleerd en wordt het geassocieerd met spierrekking (pandiculatie) bij mensen en andere diersoorten.

Gapen wordt vaak in verband gebracht met vermoeidheid, de behoefte aan slaap, honger, seksualiteit, welzijn en vooral verveling. Het komt voor bij alle gewervelde dieren, waaronder zoogdieren (minder frequent bij herbivoren dan bij carnivoren), reptielen, vissen en vogels.

Dit fysiologische fenomeen is al sinds de oudheid beschreven, bijvoorbeeld door Hippocrates, die in zijn Verhandeling over Winden geloofde dat gapen hielp koorts uit te drijven, vergelijkbaar met hoe een schoorsteen rook uitdrijft.

Sommige Romeinse artsen associeerden hoge kindersterfte met frequent gapen bij baby's, wat suggereerde dat gapen dodelijk en besmettelijk was. Hindoes geloofden dat geesten het lichaam binnendrongen via de mond tijdens het gapen.

Meer informatie: fr.wikipedia.org