Wist je dat elk seizoen meerdere startdata heeft?

Het kan zijn dat iemand het op 1 maart al heeft over de start van de lente, terwijl jij denkt ‘hé, wacht eens even, ik geniet nog even van de laatste winterweken!’. Hoe kan het dat deze verwarring ontstaat?

Verwarring over de start van de seizoenen ontstaat omdat er twee verschillende manieren zijn waarop een seizoen wordt vastgelegd: astronomisch en meteorologisch.

Wanneer een astronomisch seizoen begint, schommelt een beetje. Dit komt doordat een jaar niet precies 365 dagen duurt maar ongeveer 6 uur langer. Om de 4 jaar is er dan een schrikkeljaar waardoor de startdata weer terugspringen. Hierdoor start de herfst bijvoorbeeld eerst een aantal jaren op 22 september en de volgende jaren op 23 september, daarna springt het weer terug naar de 22ste.

De schommelingen in de start van het astronomische seizoen maken het lastig voor weerkundigen om weersstatistieken in kaart te brengen. Het meteorologische seizoen, ofwel het weerkundige seizoen start daarom altijd op de 1e van de maand. Zo start de lente op 1 maart, de zomer op 1 juni, de herfst op 1 september en de winter op 1 december. Zo is het een stuk minder ingewikkeld om de statistieken voor elk seizoen bij te houden.

Meer informatie: www.ivn.nl