Met 3.755 km2 is het Vanmeer (Turks: Van Gölü), in het oosten van het land, afgetekend het grootste meer van Turkije. Het zoute Tuzmeer (Tuz Gölü) heeft een oppervlakte van 1.500 km2 maar is de grootste tijd van het jaar niet dieper dan een tot twee meter terwijl het Vanmeer maar liefst 451 meter diep is.

Het Vanmeer is een zogenaamd endoreïsch bekken: het ontvangt smeltwater van de omringende bergen maar heeft geen natuurlijke uitgang. Tijdens het Pleistoceen blokkeerden lavastromen de afvoer door een eruptie van de intussen slapende vulkaan Nemrut Dağı, ten westen van het meer.

Het Vanmeer is daardoor een sodameer geworden: het water heeft door verdamping een hoog gehalte natriumcarbonaat en andere zouten. Slechts één soort vis kan overleven in dit water: de darekh, een soort alver, die wordt gevangen tijdens de jaarlijkse overstromingen in de lente.

Op de foto zie je de Kerk van het Heilige Kruis, een 10e-eeuws kerkje op het eiland Akdamar. Tot de Armeense genocide in 1915 werden de oevers van het meer voornamelijk door Armeniërs bewoond.

Grappig detail: de in de jaren 70 gebouwde spoorlijn die Istanboel met Teheran in Iran verbindt, maakt gebruik van een veerpont om het meer over te steken. Dit was een goedkopere oplossing dan een spoorweg langs de steile meeroevers aan te leggen

Beyşehirmeer is het grootste zoetwatermeer van Turkijke lmet 656 km2. Het Atatürkstuwmeer is het grootste stuwmeer van Turkije, met een oppervlakte van 817 km2.

Meer informatie: nl.wikipedia.org