De Carya, hickorynoot of pecannoot is een indrukwekkende boom. Dendroloog Jan Mauritz besteedt in een uitvoerig artikel aandacht aan dit bomengeslacht dat naar zijn smaak veel te weinig aangeplant wordt.

Carya komt van nature voor in het oosten van Canada en in oostelijk en centraal Noord-Amerika, tot in Mexico aan toe. Drie soorten komen uit Azië. Het zijn allemaal grote tot zeer grote bomen die in de gematigde klimaatzone van het noordelijk halfrond gedijen.

De bomen worden zeer hoog, tot meer dan 40 meter. Alle Carya's hebben een opgaande, slanke en regelmatige kroonvorm. Er komen weinig ziekten en plagen voor in deze boom. Het is daarom onbegrijpelijk dat ze zo weinig aangeplant worden, vindt Jan Mauritz. De boom heeft wel een probleem: herplant is lastig. Je moet ze dus al jong op definitieve plaats zetten.

De belangstelling voor de voedingsrijke noten die de boom produceert stijgt. Maurtiz besluit het artikel met de opmerking dat Carya's meer dan fantastisch mooie bomen zijn. Het zijn 'geweldige verschijningen, die ook hier in Nederland een voorname plaats verdienen in de openbare ruimte als laan- en straatboom of als parkboom.'

Meer informatie: www.groenkennisnet.nl