Het socialistisch realisme (Russisch: Социалистический реализм) was de officiële en ook in de praktijk toonaangevende kunst- en literatuurstroming in de Sovjet-Unie, vanaf de jaren 20 tot de opheffing van de Sovjet-Unie in 1991. De stroming kreeg na de Tweede Wereldoorlog grote invloed in de DDR en de andere staten van het Oostblok. Kenmerken van het socialistisch realisme.

De realiteit moest op herkenbare wijze afgebeeld worden zoals die zich voordoet (lees: zoals die zich zou 'moeten' voordoen, en het reeds doet). Ruimte voor negatieve waarheden was er niet.

Kunst moest optimistisch en positief zijn, er moest enthousiasme van uitstralen, en ze moest vervuld zijn van heldendom.

In de literatuur moest er altijd een positieve held de hoofdrol krijgen; dit kon een arbeider, een boer, een partijlid of een ingenieur zijn.

De kunst moest duidelijk Sovjet-Russisch zijn, volksverbonden en bovenal begrijpelijk voor het proletarische arbeidersvolk. Ze mocht niet choqueren, en experimentele kunst was uit den boze.

Meer informatie: nl.wikipedia.org