Verzamelstoornis, ook wel bekend als dwangmatig verzamelen, houdt in dat iemand buitensporig veel voorwerpen verzamelt, ongeacht hun nut of waarde. Dit gedrag kan plaatsvinden zonder rekening te houden met de mogelijke gevaren of onhygiënische omstandigheden die het kan veroorzaken. Een extreme vorm van verzamelstoornis is het Diogenes-syndroom, waarbij persoonlijke hygiëne ernstig wordt verwaarloosd.

Overmatige verzameldrang kan het dagelijks leven ernstig beïnvloeden, omdat het de mobiliteit belemmert en basisactiviteiten zoals koken, schoonmaken, baden of zelfs slapen verstoort. Het is momenteel onduidelijk of verzamelstoornis een op zichzelf staande aandoening is of een symptoom van een andere stoornis, zoals een obsessieve-compulsieve stoornis (OCD).

In 2013 werd verzamelstoornis officieel erkend in de vijfde editie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-5).

Verzamelstoornis treft ongeveer 2 tot 6% van de volwassen bevolking. Onder adolescenten is de prevalentie ongeveer 2%, met een lichte vrouwelijke dominantie. In de algemene bevolking worden mannen echter iets vaker getroffen.

De stoornis begint meestal in de pre-adolescentie, wordt chronisch en verergert vaak in de loop van de tijd, vaak verergerd door emotionele stress.

Een bibliofiel, bijvoorbeeld, verzamelt specifiek boeken, kranten of tijdschriften.

Meer informatie: fr.wikipedia.org