Alfred werd geboren als derde zoon van Immanuel Nobel (1801–1872) en Caroline Andrietta Ahlsell (1805–1889) in Stockholm. Verscheidene broers en zussen van Alfred stierven jong en ook hij kampte in zijn kinderjaren met zijn gezondheid. Het Duitse Museum voor Epilepsie noemt Nobel bij de beroemde figuren die leden aan deze aandoening.

Het gezin Nobel, met een nog jonge Alfred, trok naar Sint-Petersburg, waar vader Nobel een machinefabriek begon. In 1859 werd deze fabriek vanwege slechte resultaten overgedragen aan de tweede zoon, Ludvig Nobel (1831–1888), die het bedrijf wel tot grote bloei wist te brengen. Hierna keerde Alfred met zijn vader terug naar Zweden en begon met een studie over explosieven en in het bijzonder zoekend naar een methode voor veilige productie van nitroglycerine in vaste vorm, in plaats van vloeibare vorm, voor gebruik in staven. Er vonden verschillende onbedoelde explosies plaats in de fabriek van de familie Nobel, en door een fatale ontploffing werden in 1864 Alfreds jongere broer Emil en een aantal werknemers gedood. Niet lang daarna vond Nobel alsnog een veilige methode om nitroglycerine tot ontploffing te brengen: vermengd met diatomeeënaarde (als absorberend medium) bleef het stabiel tot ongeveer 35 °C. Nobel noemde de stabiele springstof "dynamiet" en werd al snel schatrijk door de verkoop. Naast mijnbouwbedrijven waren ook wapenfabrikanten grote afnemers.

Meer informatie: nl.wikipedia.org